Beschrijving van bruggenhoofd Gent.

Enkele opmerkingen en tekortkomingen aan dit Bruggenhoofd.

Een overzicht van gebreken en opmerkingen die we de dag van vandaag vaak nog kunnen vaststellen in verband met de gebouwde bunkertjes.

De bunkers zijn in het algemeen niet voldoende diep gefundeerd.

Hierdoor waren ze zeker ook niet bestand tegen vijandelijke zware vliegtuigbommen die eigenlijk vrij eenvoudig een bunker zouden kunnen laten scheefzakken zodat hij praktisch totaal nutteloos zou worden.

De bunkers waren onderling niet met elkaar verbonden

Indien men later tijdens de strijd telefoonlijnen en dergelijke wou maken tussen de verschillende bunkers moesten deze los over de grond gelegd worden, wat ze uiteraard zwak maakte voor sabotage.

Behalve de bunkers voorzien van een stalen koepel waren de bunkers uiteindelijk vrij blind.

Het grootste gedeelte van de bunkers was niet voorzien van een koepel en had dan ook maar een zeer beperkt zichtsveld (enkel hetgene men door de twee schietgaten kon zien.) Houd hierbij dan ook nog eens rekening met het feit dat de veldgewassen op het ogenblik van de strijd ongeveer 80cm hoog stonden. Het zichtsveld, tevens schootsveld, was reeds vrij sterk versperd. Er was te weinig tijd om alle in de weg staande gewassen nog te ruimen. Hierdoor was het voor vijandelijke troepen al heel wat gemakkelijker om sommige bunkers proberen ongezien te benaderen.

Het bruggenhoofd is nooit 100% afgewerkt onder de druk van plaatselijke politiekers omwille van gevreesd stemmenverlies en gezichtsverlies bij de mogelijke kiezers.

De bunkers moesten onderling verbonden worden met brede prikkeldraadversperringen. Door hevig protest van landbouwers, samen met politici die de landbouwers verdedigden, werden massa’s van de eigenlijke voorziene prikkeldraadversperringen nooit volledig gelegd.

Het schootsveld van vele bunkers werd toen de strijd moest beginnen sterk belemmerd door gewassen die ondertussen voor de bunkers al een 80cm hoog stonden. Ook struiken en bomen waren grote spelbrekers. Zo is de bunker Se3, geschikt voor een 75mm kanon, tijdens de 3 dagen strijd, zelfs nooit klaargemaakt voor gebruik, omdat het ruimen van de in de weg staande bomen teveel tijd zou gekost hebben.

De schuilplaatsen waren totaal niet voorzien van enige vorm van comfort.

Er waren nergens opklapbare britsen aanwezig of ook maar enige sanitaire voorziening. Het waren donkere gaten zonder elektriciteit en enkel af en toe wat licht van meegebrachte stinkende olielampjes die dan ook niet van buitenaf gespot mochten kunnen worden om de ligging van de schietgaten niet al te sterk tot uiting te laten komen.

Doordat bij de meeste bunkers de gelijkvloers praktisch een meter onder het maaiveld ligt, is mij opgevallen dat in de winterperiodes de bunkers sterk onder water komen te staan. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat dit vroeger niet het geval zal geweest zijn.

We kunnen ons de bedenking maken wat onze soldaten zouden gedaan hebben, mochten de Duitsers binnengevallen zijn in de winterperiode...

In onderhoudsnota's van de bunkers vindt men trouwens meermaals opmerkingen over bunkers die onder water blijken te staan. Zo is er in een nota's van 8 november en 2 december 1935 sprake van dat bunker Be6 (50cm), Be16 (35cm) en D14 (40cm) onder water staan. Dit zullen zeker geen alleenstaande gevallen geweest zijn als men ziet hoeveel water er heden in bepaalde bunkertjes staat. Lees hieromtrent eventueel ook eens het briefje van Armandus De Booser die als soldaat moest instaan voor het onderhoud van de bunkers en hier ook al melding van maakte.

Terwijl de strijd aan volle gang was aan het bruggenhoofd opperden Belgische soldaten de mogelijkheid dat de vijand hen zou kunnen opsluiten in hun bunkertje door het hekje vooraan, dat in tijden van vrede als afscherming diende tegen ongewenste bezoekers, af te sluiten met een slot of een ijzer.

Gelukkig hebben de Duitsers hier nooit zelf aan gedacht tijdens de strijd.

De kabeldoorgangen, zeker deze voor stroomvoorziening met een diameter van 10 cm, maakten in feite een rechtstreeks gat dwars doorheen de bunker.

De kabeldoorgangen kenden geen enkele bescherming om eventueel binnenvliegende projectielen tegen te houden terwijl ze toch rechtstreeks in de bunkerruimte uitkwamen. Een kabeldoorgang voor elektriciteit zou in feite met een stevige afzet van de werper van een steelgranaat rampzalige gevolgen kunnen gehad hebben voor de inzittenden van de respectievelijke bunker.